Naam | : | Schaak- en Damgezelschap 'Amat Victoriae Curam' |
Plaats | : | Breda (NB) |
Opgericht | : | 05.03.1847 |
Opheffing | : | onbekend |
Eerste vermelding | : | 1848 |
Laatste vermelding | : | 1852 (Sissa 1861?) |
Type vereniging | : | Dammen/Schaken |
Bronnen: | ||
Kranten | : | 1848, 1849, 1850, 1851, 1852 |
Anders | : | 1847, 1848, 1850, 1852, 1861 |
Opmerking | : | In Breda geen (kranten)onderzoek verricht |
Het eerste teken van leven is te vinden in de schaakrubriek in het Algemeen Handelsblad van 1847. In laatstgenoemde krant lezen we in de jaren 1848 en 1852 alleen over een Schaakgenootschap met dezelfde naam, welk zeer regelmatig de oplossingen van de schaakproblemen inzond. Het genootschap is verder bekend van berichten die men aan SISSA in 1848 (blz. 291), 1850 en 1852 zond.
De laatste vermelding uit 1861 komt uit: Gustavus – De Hollandsche Schaakspeler – een zakboek voor schaakspelers. Er is echter reden tot twijfel aan het bestaan tot en met 1861 omdat veel gegevens in dit boekje zijn opgenomen zonder deze op juistheid te onderzoeken[7].
[1] | Zie ‘HLOM’- blz. 97/98 en 109 |
In 2004 werd tijdens een veiling van schaakboeken van Leo Waaijers het volgende boekwerk aangeboden:
Gustavus: Nieuw reglement op het gewoon schaakspelen alsmede het reglement op het schaakspel met vier en drie spelers. (Wijk bij Duurstede Stramrood 1848 p.32). In deze band zit ook: Reglement van het schaak- en damgezelschap opgerigt te Breda den 5den maart 1847. Onder de zinspreuk Amat Victoriae Curam.
De huidige verblijfplaats van het reglement is mij onbekend, evenzo of in het reglement aan het damspel gerelateerde zaken worden besproken. Nadere informatie over deze club ontbreekt. In Breda is geen archiefonderzoek gedaan.
Nieuwe Rotterdamsche Courant 12.02.1848
Breda, 9 Februarij. Dezer dagen heeft, ter dezer stede eene uitdeeling van medailles plaats gehad, van een alhier in het begin van het vorige jaar opgerigt schaak- en damgezelschap, onder de zinspreuk: Amat Victoriae Curam, waarvan op het einde van datzelfde jaar een concours was gegeven. De heer A. Dekkers verwierf de gouden en de heeren G. B. Thlienaar en H. Stevens ieder de zilveren medailles. Deze werden met eene toepasselijke aanspraak uitgereikt door de president de heer Voeten. Des avonds was de zaal der gewone bijeenkomst, boven het van ouds bekende Gouden Kruis, zeer fraai met vlaggen en trojphéen versierd, en twee zeer net geschilderde chassinetten, toepasselijk op het feest, waren des avonds geïllumineerd. Menige toast werd er ingesteld, zoo ter eere deze overwinnaars als ter hulde en aanmoediging tot dit edel spel. Bij het gebruik maken van het dessert, werd het gezelschap niet weinig verrast door een geschenk van een der medeleden de heer Benet, zijnde een zeer prachtig bewerkt tableau, voorstellende een dambord, in 1812 aan deszelfs schoonvader de heer Provost bij het toen gegeven dam-concours ten deele gevallen en in hetzelfde locaal uitgereikt.
 Algemeen Handelsblad 29.11.1851