In de eerste jaargang van het tijdschrift ‘Het Damspel’[1] werd op papier gezet wat men zich kon herinneren van het damleven in de 19e eeuw. Met deze gegevens als uitgangspunt nam Rob Jansen eind jaren tachtig/begin negentig een aantal landelijke en regionale kranten door op zoek naar de genoemde damwedstrijden. In totaal bleken 15 plaatselijke toernooien, 4 regionale wedstrijden en 7 nationale damkampioenschappen aan de hand van deze informatie te achterhalen[2].
Door onderzoek in kranten, zowel ter plaatse in archieven als via internet, is het aantal toernooien in de loop der jaren gegroeid tot zo’n 230. Tijdens het onderzoek[3] kwamen onder andere de toernooien in Alkmaar1835[4] en 1836 aan het licht, welke beide in een overwinning voor de vermaarde Aris de Heer eindigden. In dit artikel ga ik in op de toernooien in Groningen, Drenthe, Gelderland, Noord- en Zuidholland en Noord-Brabant. De toernooien in de provincie Friesland[5] worden niet beschreven, maar gegevens worden wel benut voor vergelijkingen.
Na de basisgegevens van Rob Jansen, hebben de boeken ‘Oer Alles’ van Hiele Walinga, ‘Dammen als cultureel erfgoed’ van Hans van der Nap en de bibliofiele uitgave ‘Damsport in de provincie Groningen (in de negentiende eeuw)’ van W.G. Doornbos als aanjagers gediend om door te zoeken.
Met dit artikel hoop ik een basis te leggen/bouwstenen aan te dragen voor nader onderzoek hetgeen, hopelijk, resulteert in een ‘definitieve’ studie over het damleven in Nederland in de 19e eeuw.
1.0 - Toernooispel in de 19e eeuw in vogelvlucht
Al vroeg kregen de damspelers de gelegenheid elkaar in een toernooi te bestrijden; het oudste ons bekende toernooi stamt uit 1798 en vond plaats in Akersloot, Noord-Holland.
Uit de vele aankondigingen en verslagen die in diverse kranten uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Groningen en Friesland en in mindere mate Drenthe en Gelderland te vinden zijn blijkt dat de dammers gedurende de gehele 19e eeuw het strijdperk betraden.
Toernooien vonden plaats in zowel de ‘boerendorpen’ als de middelgrote en grote steden; de deelnemers afkomstig uit de boerenstand en de, gegoede, burgerij.
Tot 1875 komen de deelnemers voornamelijk uit dezelfde regio/provincie, na dit jaartal organiseert men ook landelijke toernooien; er bestaat blijkbaar een ‘database’ van spelers die het spel op niveau beoefenen.
Omdat het damspel toch vooral een winterbezigheid was, vonden de meeste toernooien in de maanden september tot en maart plaats. Opvallend is dat in Noord-Holland de toernooien tot en met 1839 juist in de zomer plaats vonden. Had dit te maken met de bereikbaarheid, de conditie van het wegennet, de sociale afkomst van de deelnemers? In Groningen noemt men een dampartij zelfs een ‘volksfeest’.
Naast zeer actieve perioden van damleven waren er perioden van ‘damrust’. Deze rustperioden verschillen per regio, maar landelijk kunnen we de volgende tijdvakken onderkennen: 1808/1819, 1846/1851 en 1895/1899.
De rustperiode 1808/1819 is te verklaren aan de hand van de politieke en economische situatie; de periode 1846/1851 is voornamelijk het gevolg van economische en meteorologische omstandigheden.
Na maart 1895 is er alleen nog sporadisch een toernooi georganiseerd in de kop van Noord-Holland, Groningen en Friesland. Het eerste belangwekkende toernooi is dan het officieuze NK van 1900.
Veelzeggend is ook dat de zowel de club in Middenbeemster als Tilburg het einde van de eeuw niet halen. De oorzaken van deze verminderde belangstelling voor het spel aan het einde van de 19e eeuw is het onderzoeken waard, maar blijft in dit artikel verder buiten beschouwing.
Uiteindelijk zien we een, stedelijke, opleving in zowel Rotterdam (1899) als Amsterdam (1900) waar ‘Constant’ en ‘V.A.D.’ worden opgericht. Op het platteland is deze opleving pas weer vanaf 1903 zichtbaar, met name in de Zijperpolder[6]. Na de oprichting van de damclub in ’t Zand, 1905, zijn damtoernooien daar niet meer noodzakelijk. Men ontmoet elkaar op de club en beproeft de krachten met andere clubs. In Friesland en Groningen komt het (toernooi)damleven respectievelijk rond 1910 en 1905 weer op gang.
Tot slot mogen we concluderen dat het aantal overgeleverde toernooien in Noord- en Zuid-Holland, in totaal ongeveer 95, wellicht wat tegen valt. Tevens mogen we aannemen dat informatie over, met name, lokale toernooien voor 1870 voor altijd in de vergetelheid is geraakt (Aris de Heer wint al op 15-jarige leeftijd een toernooi…). Groningen daarentegen ontpopt zich als een echte damprovincie. Bijna de helft van het aantal toernooien is daar verspeeld. Friesland spant echter de kroon: in de 19e eeuw zijn daar minstens 330 toernooien georganiseerd.
[1] | Het Damspel 1906/1907 – blz. 51 en 52 – over Klaas de Heer. |
[2] | ‘Schatplichtig aan Caissa’ – 1992 – R.C.B. Jansen. |
[3] | Periode 1998/2018. |
[4] | Zie hiervoor o.a. de website van 'Hoofdlijn'. |
[5] | De toernooien in Friesland hebben alle betrekking op ‘Oer Alles’. Over het damspel in Groningen verscheen in 2018 een aparte geschiedschrijving: Dammen als Cultuur Erfgoed / H. v.d. Nap. |
[6] | Organisatie van een aantal wedstrijden. Spoedig daarna oprichting van een damclub. |
1.1 - Advertenties en Verslagen
Van een groot aantal toernooien in Groningen en Noord- en Zuid-Holland zijn zowel een, en in een aantal gevallen meer dan één, advertentie en een verslag gevonden. Ondanks de uniformiteit in de berichtgeving lijkt het erop dat deze verslagen door organisatoren van de toernooien naar krantenredacties. Blijkbaar vonden de redacties het nieuws belangwekkend genoeg om op te nemen[7] en namen verschillende bladen verslagen uit bijvoorbeeld de Provinciaal Groninger Courant over. De teksten van de toernooien die op het eiland Texel werden verspeeld lijken echter door een journalist gemaakt te zijn.
In Friesland zijn tot ongeveer 1875 alleen advertenties gevonden, blijkbaar stuurden de organisatoren, meestal eigenaars van een café, geen verslag naar de krant[8].
Van de ‘speels’ opgezette toernooien in Tilburg na 1887 zijn wel aankondigingen gevonden, maar daar bestond na 1886 een afspraak met de krant(en) om in verslagen de namen van de winnaars achterwege te laten.
Doordat er na 1870 zelfs van onbeduidende toernooien een verslag en/of advertentie gevonden is, lijkt het erop dat we nog maar weinig toernooien aan het overzicht kunnen toevoegen. Voorzichtigheid blijft natuurlijk geboden omdat nog niet alle kranten uit Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Enkhuizen, Hoorn en de provincie Groningen, met name de lokale kranten, volledig zijn doorgenomen[9]. Een steekproef in de Groninger Courant gaf geen aanleiding deze volledig door te nemen.
Waarschijnlijk zal veel informatie over lokale toernooien voor 1870 als verloren moeten worden beschouwd. Hierbij speelt natuurlijk het niet verschijnen van kranten in de ‘landelijke gebieden’ in de eerste helft van de 19e eeuw een belangrijke rol. De opheffing van het dagbladzegel in 1869 zorgde voor een veel beter nieuwsaanbod[10]. De ‘Oprechte Haerlemsche Courant’ blijkt in de eerste helft van de 19e eeuw een belangrijk medium te zijn: aankondigingen en verslagen van toernooien in andere plaatsen zijn hierin te vinden. De ‘Groninger Provinciale Courant’ en de ‘Leeuwarder Courant’ vervulden een sleutelrol in het noorden.
In de aankondiging en verslagen gebruikte men in de diverse regio’s dezelfde terminologie. In het begin van de 19e eeuw heeft men het veelal over het ‘verdammen’ van een prijs. Daarna gebruikt men vooral de term ‘dampartij’ en soms ‘damtoernooi’ of ‘damconcours’. De wedstrijd vond veelal in gepaste vrolijkheid plaats en iedereen keerde voldaan huiswaarts.
[7] | Het aantal damwedstrijden valt qua aantal in het niet bij biljart-, kolf-, zeil- en kaatswedstrijden, maar wint het al snel van het aantal schaakwedstrijden. Qua prijzen(geld) staat het dammen onder aan de ladder van genoemde sporten. In de jaren 1830 is een ‘sport’ advertentie in een lokale krant in Noord-Holland een opzienbarende gebeurtenis, in de jaren 1870 en later komen de andere sporten steeds meer aan bod. In Friesland is het kaatsen, zeilen, paardrennen gedurende de gehele 19e eeuw populair. In Groningen veel paard rennen en bij geschikt weer: schaatsen! De kranten in de grotere steden, zoals Haarlem, Leeuwarden, Amsterdam, bieden een ander beeld omdat men informatie over wedstrijden uit de eigen regio/provincie en zelfs uit andere provincies opnam. Schaaktoernooien worden veel minder aangetroffen, maar de aantal schaakclubs, meer dan 300 in de 19e eeuw, zal hier medeverantwoordelijk voor zijn. Opvallend dat in Groningen, in tegenstelling tot Noord-Holland, tot 1870 nauwelijks biljarttoernooien worden aangetroffen. |
[8] | Uitgebreide informatie over het toernooispel in Friesland is te vinden in ‘Oer Alles’ – 2002, van H. Walinga. |
[9] | In basis zijn alle kranten die per 01.09.2018 op Delpher/KB of de Startpagina Historische-kranten te vinden doorgenomen. Daarnaast bijv. de ‘Alkmaarder Courant’ en de ‘Provinciaal Groningen Courant’. |
[10] | Kijken we bijvoorbeeld naar Noord-Holland, dan zien we dat alleen in Alkmaar, Amsterdam en Haarlem vanaf het begin van de 19e eeuw nieuwsbladen verschenen. Het staatje ziet er voor Noord-Holland-boven het IJ verder als volgt uit: Den Helder 1843; Purmerend 1854; Hoorn 1855; Schagen 1857; Zaanstreek 1868; Enkhuizen 1870; Zijpe 1879 en Texel 1887 |
1.2 - Wedstrijden in Groningen, Drenthe, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant
Ondanks het feit dat het damspel in genoemde provincies populair was zijn er tot 1870 weinig openbare wedstrijden gevonden. Groningen vormt hierop echter wel een uitzondering met bijna 100 wedstrijden. Wedstrijden die niet of nauwelijks onder de aandacht van de spelers uit het westen werden gebracht.
In de eerste jaargang van ‘Het Damspel’ ging men, merkwaardig genoeg, volledig voorbij aan de wedstrijden die in de regio’s Alkmaar, Schagen, Hoogwoud, Texel en Middenbeemster werden verspeeld. Na een ‘hausse’ in de jaren 1835/39, Alkmaar, en een opleving in 1841 is het ontbreken van toernooien in het westen van het land het tijdvak 1844-1870 opvallend. Het wedstrijdwezen neemt in Groningen in de periode echter toe en bereikt een hoogtepunt in de jaren 1860/1865 om na 1869 scherp af te vlakken. Ook Broekkamp schenkt in ‘De Damspeler’ geen aandacht aan het toernooispel in de 19e eeuw, hoewel hij wel gesproken heeft met nazaten van Aris en Klaas de Heer.
In de zeventiger jaren van de 19e eeuw zien we in het westen een opleving en vervolgens een enorme vlucht na het NK en WK in 1886. Rob Jansen schrijft: ‘Het damleven lijkt zich in de 80er en 90er jaren van de 19e eeuw als een veenbrand door het westelijk gedeelte van Nederland te hebben verplaatst’. Deze ‘veenbrand’ bereikte een ‘hoogtepunt’ op het eiland Texel, waar in korte tijd een groot aantal wedstrijden plaats vonden.
Merkwaardig genoeg zijn er nauwelijks toernooien uit Amsterdam en Rotterdam overgeleverd. Wel kan worden gesteld dat de dammers uit Rotterdam en omgeving op organisatorisch gebied (wedstrijden en verenigingen) veel actiever zijn geweest dan de Amsterdammers.
In Noord-Brabant is Tilburg de onbetwiste damstad. Naast een landelijk toernooi in 1886 en een plaatselijk toernooi in 1888 zijn er in totaal 17 wedstrijden achterhaald waarvan de organisatie in handen was van vooral de N.K. (Nieuw Katholieke) Harmonie of de Zouaven Broederschap. De eerlijkheid gebied te zeggen dat deze toernooien samengingen met het biljart-, kaart- en dominospel. Heel serieus zal het er wel niet aan toe zijn gegaan, toch komen we onder de winnaars een aantal bekende namen tegen.
In Drenthe zijn 3 toernooien achterhaald, in Gelderland organiseerde de sociëteit in Zelhem een aantal gecombineerde toernooien. Ook dar zal het wel, net als in Tilburg, veelal om de gezelligheid te doen zijn geweest.
1.3 - Friesland
In Friesland was het toernooispel gedurende bijna de gehele 19e eeuw ongekend populair, de pieken en dalen zijn veelal te verklaren aan de hand van politieke en economische omstandigheden. Er zijn rond de 330 toernooien achterhaald[11]. Men speelde echter niet het ‘internationale damspel’, maar ‘oer alles’, waarbij de schijven en dammen ook horizontaal en verticaal mogen slaan. Deze toernooien vallen daarom verder buiten het aandachtsgebied maar gegevens worden wel gebuikt als vergelijkingsmateriaal. Een korte impressie:
Het aantal achterhaalde toernooien in ‘de rest van Nederland’ valt in het niet bij het aantal dat door H. Walinga in ‘Oer Alles’[12] wordt beschreven. De teller slaat uit naar ongeveer 330!
Groningen is een goede tweede, met ongeveer 110 toernooien, maar de strijd is duidelijk in het voordeel van Friesland beslecht. Twee noordelijke provincies, dat geeft stof tot nadenken.
Net als in Friesland en bijvoorbeeld de toernooien in Groningen en Noord-Holland rond 1890, kwam alleen de periode november/maart voor het spelen van wedstrijden in aanmerking. In de jaren 1844/1849 vonden in Friesland geen toernooien plaats in verband met strenge winters, aardappelzieke, koortsepidemie, muizenplaag en longziekte bij het vee. Pas in 1854 nam de welvaart op het platteland toe en organiseerde men weer damtoernooien.
Ter illustratie een paar advertenties en verslagen uit het boek ‘Oer Alles’ van H. Walinga. Overigens dateert de oudste advertentie niet van 26.01.1805, zoals aangegeven in ‘Oer alles’ maar van 05.01.1805 en stond in de Bataafsche Leeuwarder Courant[13]:
Na bekomen Consent van Drost en Gemeente Bestuur van Uitlegeradeel, gedenkt P.H. Franken tot Oldeboorn, te laten Verharddraven; met Paard en Slee, een paar extra mooye HOOFDSTALLEN, op Donderdaf dec 10 January 1805, en zulks met Paarden van twee Jaar oud; als mede op Vrydag den 11 dito te laten Verdammen; een superbe mooy DAMBORD met zyn Palmbomen Schyven, telkens om 12 uur, wordende de Liefhebbers tot dit een en ander vriendelyk uitgenodigd.
Kort daarna de volgende advertentie :
Met Consent van Drost en Geregte van Wijmbritseradeel, zal worden verdamd: een mooye ZILVEREN TABAKSDOOS, en tot een Premie een ZILVEREN HORLOGE KETTING, bij Geertje Abes te Scharnegoutum; de Liefhebbers worden verzogt op Donderdag de 3de febrary, precys om 12 uur des middags te Compareeren.
Hiele Walinga schrijft o.a. (blz. 26) ... ‘Dat Geertje Abes het aandurfde om een damwedstrijd uit te schrijven en aan te kondigen, geeft wel aan dat het dammen algemeen bekend was ...
In de advertentie wordt niet aangegeven om welke spelsoort, ‘oer alles’ of ‘overhoeks’, het gaat. Pas na 1900, met de opkomst van het Pools dammen in Friesland, zien we advertenties waarin de spelsoort wordt aangegeven.
In Alkmaar 1839 verzochten de spelers Aris de Heer om niet mee te spelen. Zo’n verzoek komen we regelmatig tegen bij de Fries toernooien en dan zijn G.M. IJsselstein uit Darsum, tussen 1841 en 1864 minstens 16x, en Jelle P. Jouwsma uit Kubaard, in de periode 1859/1864 alleen al 34 maal, de slachtoffers. Veschil met het toernooi in Alkmaar is wel dat al in de aankondiging werd aangegeven dat een speler niet mocht meespelen. Daarnaast sloten de kasteleins ook op anderze wijze spelers uit, twee voorbeelden:
- ‘alleen deelname voor die geen Prijs of Premie hebben gewonnen’.
- ‘behalve dezulken welke als winners bekend en vermeld zijn’.
Het tegenovergestelde van het bovenstaande is de tekst: ‘Alle liefhebbers worden uitgenodigd’. Ook in Groningen, periode 1860/65, worden deze teksten gebruikt.
Ook in Friesland speelde men volgens het afval/matchsysteem. Dit had ongetwijfeld tot gevolg dat sommige wedstrijden twee of zelfs drie avonden (Sexbierum 24.03.1874, Achlum 21.12.1875) in beslag namen. Rond 1875 stapte men in het westen over op het rondsysteem, in Friesland bleef het matchsysteem tot in het begin van de 20e eeuw gehandhaafd. Voor zover bekend stond voor het eerst in 1872 de uitslag van een wedstrijd in de kranten. De meeste advertenties verschenen in de Nederlandse taal, een gering aantal was in het Fries gesteld. Een voorbeeld van een advertentie uit de Leeuwarder Courant 29.02.1856 en een verslag uit de Franeker Courant 09.03.1873:
Leeuwarder Courant - 29.02.1856
Dampertij in ’t Tolhuis te Easterlittens
Mei toestemming fen ’t Gemeine-Bestui fen Baerderadael is GERBEN SANTEMA, Kastlein in ’t Easterlittens Tolhoes fen plan om Woensdel den 5den Maart 1856, te twa oere ferdamme to litten:
In tige moal DAMBORD ta PRIES en
In PREMIE jet neijer te bepalen.
Franeker Courant - 09.03.1873
SEXBIERUM, 7 Maart. Aan de vroeger in dit blad geannonceerde dampartij, werd deelgenomen door 20 liefhebbers, alhier en elders woonachtig. Drie avonden werd er gespeeld en heden liep de partij af. Menig zware strijd werd gestreden, tot dan eindelijk de overwinning werd behaald door Nanning Eeltjes Dijkstra, alhier woonachtig, aan wien dus de prijs van F 10,- ten deel viel. Jan Gerrits Koudenburg alhier bekwam de premie van F 2,50. Iedere avond waren vele belangstellende toeschouwers aanwezig en alles liep in de beste orde af.
Het eerste damtoernooi in Friesland? Bataafsche Leeuwarder Courant 05.01.1805
In 1854 kreeg men er weer zin in. Leeuwarder Courant 03.02.1854
[11] | ‘Oer alles’ – 2004, Hiele Walinga en aanvullend onderzoek (internet)archief van de Leeuwarder Courant. |
[12] | ‘Oer Alles’ – blz. 23 t.m. 61 |
[13] | Zie ook Hoofdlijn, Juli 214 |
1.4 - Overige provincies
Uit de provincie Utrecht zijn geen toernooien overgeleverd, maar E.G. Dettmeijer publiceerde in ‘La Gazette du Jeu de Dames’ informatie die aanleiding geeft om te veronderstellen dat deze wel, en dan met name in Amersfoort, hebben plaats gevonden. We kunnen echter niet uitsluiten dat het hier onderlinge wedstrijd(en) van de bestaande dam(schaak)vereniging betrof.
Ook in kranten uit de provincie Zeeland is gezocht naar damwedstrijden, deze zijn echter niet gevonden. Het onderzoek in de overige provincies, te weten Overijssel en Limburg, heeft, behoudens een aankondiging Limburg/1896, niets opgeleverd. Anderzijds is er ook geen informatie voorhanden die duidt op een actief wedstrijd in deze provincies. Dit houdt overigens niet in dat men in deze contreien het damspel niet beoefende.
1.5 - Toernooireeksen
Net als in Friesland, daar voornamelijk aangestuurd door economische omstandigheden, zien we in de rest van het land tijdvakken waarin het toernooileven bloeit en afneemt, hoewel dit door het kleinere aantal toernooien minder duidelijk aantoonbaar is.
Economische recessie of niet, de 5 toernooien in Middenbeemster, in de periode 1881-1895 vormen een ‘aansluitend’ geheel. De club organiseerde een toernooi eens in de 3 à 4 jaar (en organiseerde ook een biljarttoernooi in 1887). Ook in andere dorpen en steden zien we regelmatig een aaneengesloten reeks wedstrijden. Voorbeelden hiervan zijn:
Alkmaar | 1835-1839 | |
Groningen | 1841-1845 diverse plaatsen | |
Groningen | 1853-1854 diverse plaatsen | |
Groningen | 1858-1865 diverse plaatsen | |
Alblasserdam/Ridderkerk | 1876-1879 | |
West-Friesland | 1886-1892 diverse plaatsen w.o. Hoogwoud | |
Alkmaar | 1891-1894 | |
Schagen | 1891-1895 | |
Texel | 1886-1889 (diverse plaatsen) | |
Texel | 1893-1894 (diverse plaatsen) | |
West-Friesland | 1897-1899 diverse plaatsen w.o. Hoogwoud |
Wellicht behoort Rotterdam, waar in de ‘Volksleeskamer’ in 1879 en 1882 een toernooi plaats vond en waar bij ‘genoegzame deelname’ (Rotterdamsch Nieuwsblad 28.10.1884) ook een wedstrijd in 1884 is gehouden’ (in dit winterseizoen o.a. voordrachten van J. Blankenaar en J.B. Kan). Daarnaast mogen we de toernooien in Tilburg 1884/1890 en Zelhem 1882/1886 noemen.
1.6 - Spelregels, wedstrijdformule, puntentelling, materiaal en prijzen
Welke spelregels men tijdens de toernooien toepaste is niet altijd duidelijk. In de kop van Noord-Holland bleef ‘damrust’ tot minstens 1890 in zwang. In Tilburg1886 paste men de regel ‘damslag gaat voor’ toe.
De toegepaste wedstrijdformule, ‘rondtoernooi’ of ‘match/robbersysteem’ is in een groot aantal gevallen wel herkenbaar. Purmerend1870, met vier overgebleven deelnemers, duidt op een match-(robber)systeem, een systeem dat we in Groningen en Friesland gedurende de gehele 19e eeuw tegenkomen[14] en ook bij de schakers in zwang was[15]. De indeling werd waarschijnlijk door middel van loting bepaald, hetgeen natuurlijk tot gevolg kon hebben dat twee favorieten elkaar al in het begin van de wedstrijd tegenkwamen. Hoe men dit oploste bij oneven deelnemersaantallen, oneven paring na de eerste ronde, is vooralsnog onduidelijk.
In ‘Ridderkerk1876 is er overduidelijk sprake van een ‘rondtoernooi’. Het eerste in Nederland? Op Texel switch men pas in 1893 van ‘match’ naar ‘rond’. De toernooien in Middenbeemster zijn alle ‘rond’ gespeeld.
Uit de behaalde punten kan men opmaken dat ook de dammers lang de nog steeds geldende schaakpuntentelling toepasten. Rond 1890 zien we hierin een verandering optreden en doet het ‘tweetje’ haar intrede.
Van de toernooien die de club in Middenbeemster organiseerde zijn uitslagenlijsten bewaard gebleven. Langere tijd dacht men dat deze uitslagenlijsten betrekking hadden op onderlinge wedstrijden van de dam- en schaakclub. De advertenties en verslagen wijzen uit dat deze lijsten gewoon de ingevulde ‘roosters’ van de dam- en schaaktoernooien zijn die in 1881[16], 1885, 1889, 1892 en 1895 plaatsvonden. Op de lijsten is een afwijkende puntentelling te vinden: winst = 1 punt; gelijkspel = 0; bij een nederlaag bleef het vakje leeg. Hoe de puntentelling bij de oudere toernooien, voor 1875, er uitzag, is niet bekend.
Het materiaal, borden en schijven, zal meestal wel in de lokaliteit aanwezig zijn geweest; in geen van de advertenties of verslagen, Friesland is hierop geen uitzondering, is er sprake van dat spelers zelf het materiaal dienden mee te nemen. Voor het gebruik van klokken is geen enkel bewijs gevonden. Hoe men de tijdsduur van een partij reguleerde is niet duidelijk. Dit geldt ook, m.u.v. de toernooien in Middenbeemster, voor het bijhouden van de score. Op lijsten of, voor iedereen duidelijk zichtbaar, op een groot bord?
[14] | Bron: ‘Oer alles’ – 2004, Hiele Walinga |
[15] | Bron: Het Loopt Ongenadiglijk Mat – 1999, R.C.H. Scholten |
[16] | 1881 organiseerde men alleen een damtoernooi |
1.7 - Deelnemers
winnaars
Tot aan 1875 zijn van de meeste wedstrijden in het westen van het land geen namen van de winnaars overgeleverd. De toernooizeges in 1835 en 1836 door Aris de Heer zijn wel gedocumenteerd. Na 1875 komt het sporadisch voor dat er geen verslag verschijnt (de ‘wedstrijden’ in Tilburg vormen hierop een uitzondering).
Onder de winnaars bekende namen als K. de Heer; H.H. Baudet, E.J.B. van Vught, A. Zomerdijk, A. Smit, W. Vijn en vele lokale beroemdheden waaronder leden van de families Maas, Koning en Bakker op Texel, C. de Heer (zoon van) en de fam. Hemmes in Groningen.
In Groningen zien we al uitslagen verschijnen in 1844 en na een stilteperiode weer vanaf 1853. Hier zien we veelvuldig de namen van de fam. Bruins[17] en is J. van der Tuin de grote winnaar in de jaren 1862 en 1863. Kort daarna worden spelers uitgesloten die al een prijs gewonnen hebben. Een overzicht van alle deelnemers, met aanvullende informatie, aan een landelijke wedstrijd is aan het eind van het artikel te vinden. Daarnaast is er een excelbestand beschikbaar met alle namen van deelnemers en ieder ander die op enigerwijze betrokken was bij een toernooi.
[17] | Van deze familie zijn genealogische gegevens eenvoudig te achterhalen. Vraag blijft: is B. de oudere broer of verschreef men zich en bedoelde men steevast Br. Bruins? W.G. Doornbos gaat in zijn ‘groet’ van het laatste uit. |
dammer en schaker
Omdat noch het damspel noch het schaakspel in deze periode buitengewoon veel studie vereiste waren er veel spelers die beide sporten beoefenden en goede resultaten behaalden.
Klaas de Heer bleek in 1851 één van de sterkste schakers van Nederland te zijn[18]. Ook van Aris de Heer is bekend dat hij het schaakspel beoefende[19]. Levy Benima was enige malen schaakkampioen van Nederland en deed op hoge leeftijd nog mee aan het damkampioenschap van Nederland.
Dr. Olland, eveneens schaakkampioen staat met naam en adres opgenomen in ‘Petit Bottin des joueurs de dames sur le jeu français’ 1900 (blz. 27). Constant Stams staat als secretaris van de Rotterdamse Schaakbond vermeld in de jaarboekjes van de schaakbond. Van hem is een schaakpartij opgenomen in Sissa. Interessant is dat Stams in La Strategie, een Frans schaakblad, een damprobleem opdraagt aan C.E.A. Dupré, die weer als correspondentiespeler van het schaakspel bekend staat.
Verder kunnen nog worden genoemd: D.J. Lowis, C.G. Vervloet, H.H. Baudet, B. Pak, F.J. Malta, W. Fermie, J.H. den Hertog, J.J. Speet, R. Heeren, J. Pinedo en E.G. Dettmeijer (die tevens een uitgebreide schaak/ dambibliotheek bezat) en Jack de Haas, die in het ‘Nieuws van de Dag’ van 20.10.1899 aanbiedt een schaakclub op te richten en schaakles te geven[20].
Tijdens gecombineerde dam- en schaaktoernooien zien we veelal dat spelers zowel aan het dam- als aan het schaaktoernooi deelnamen. Deze wedstrijden werden blijkbaar na elkaar verspeeld. Een overzicht van alle deelnemers aan een landelijke wedstrijd is aan het eind van het artikel te vinden.
[18] | Zesde plaats in het KVN zie o.a. Dammen nrs 7,8,9,10. |
[19] | Schaakpartijen in Sissa jaargang 1860, samen met zijn zoon Klaas de Heer. |
[20] | Ook in de jaren daarna is J. de Haas actief op het schaakbord. |
1.8 – Prijs en Premie
In het westen van het land bestaat de 1ste prijs tot en met 1870 steevast uit een dambord. De speeltafeltjes van Ridderkerk en Alblasserdam vallen ook nog wel onder deze categorie. Daarna zien we bij de prijzen van de niet stedelijke toernooien bijna altijd een geldbedrag als prijs; de prijzen in Tilburg en Rotterdam, maar ook Alblasserdam1877, bestaan uit wereldse zaken. In Groningen zien we enerzijds hetzelfde beeld, maar anderzijds een grotere diversiteit aan prijzen. Theeserviezen komen we bijvoorbeeld alleen daar tegen; idem kastanje vazen; een schilpadden sigaarkoker met zilver gemonteerd en andere rookgerei/benodigheden van zilver alsmede zilveren messen en vorken De hoogste waarde in Groningen is een 1ste prijs ter waarde van nlg 26,00. Een geldprijs komt echter zelden voor.
In Friesland[21] bestonden de prijzen tot 1850 veelal uit tabaksdozen (zilver), zilveren messen en vorken en zilveren/gouden muntstukken, na 1850 voor een groot deel uit pomplampen en zilveren tabaksdozen, messen en vorken en na 1860 doen geldprijzen hun intrede.
In ‘de rest’ zien we zilveren voorwerpen pas rond 1860 opgang maken. Het toernooi Tilburg1886/feb kende waarschijnlijk de grootste prijzenpot, naast geldprijzen ook medailles in goud, zilver en brons al doet Middenbeemster1885/feb met 84 gulden een greep naar de macht. Dit bedrag moest wel worden gedeeld door schakers en dammers. De Tilburgers vonden de prijzen van Rotterdam1893 niet interessant genoeg en bleven thuis.
Na 1880 ontvangt de winnaar bijna alleen nog maar een geldbedrag, welk bedrag in Friesland kon oplopen tot nlg 25,00. Van ongeveer 30pct van de wedstrijden is de prijs en premie niet bekend, in Friesland ligt dit percentage rond 25pct.
[21] | ‘Oer alles’ – H.Hylkema, 2003 |
1.9 - Toernooi-indeling
Elk toernooi kent, voor zover na te gaan, een lokale (LOW), regionale/provinciale (RPW) of landelijke (KVN) bezetting. Deze indeling komt tot stand op basis van deelname uit onderstaande damregio’s:
1. | Alblasserdam | |
2. | Alkmaar | |
3. | Amsterdam | |
4. | Beemster/Purmerend | |
5. | Gouda | |
6. | Hoogkarspel | |
7. | Hoogwoud | |
8. | Ridderkerk | |
9. | Rotterdam | |
10. | Schagen/Zijpe e.o. | |
11. | Schermer | |
12. | Texel | |
13. | Tilburg | |
14. | Groningen | |
15. | Overig |
Als criteria voor de toernooi-indeling is de deelname van spelers uit een bepaalde regio. Indien de uitslag niet bekend is, de doelstelling van het toernooi bepalend, maar deze worden bijna altijd als ‘lokaal’ gekwalificeerd. Voor een landelijke wedstrijd, of officieus Kampioenschap van Nederland, geldt dat de deelnemers uit minstens twee provincies afkomstig dienen te zijn, maar hierbij is ook gekeken naar de speelsterkte.
Nieuwe landelijke toernooien werden tijdens het onderzoek in de afgelopen twintig jaar niet meer aangetroffen. Wel kan men twijfelen aan de kwalificatie KVN voor Alblasserdam1876, geen uitslag overgeleverd, en schurkt Middenbeemster/1888 niet dicht tegen de landelijke status aan?
De wedstrijd Schagen1894 werd bezocht door spelers uit Schagen, Hoogwoud en ’t Zand en krijgt daarom het predicaat RPW opgespeld. De meeste toernooien vallen echter onder de noemer ‘lokaal toernooi’.
Een echte kruisbestuiving tussen de diverse damregio’s bleef veelal uit. W. Vijn was bijvoorbeeld de eerste deelnemer uit het noordelijk deel van Noord-Holland die deelnam aan een KVN, we spreken dan al over Amsterdam1900.
Tussen de regio’s ‘Hoogkarspel’ en ‘Purmerend/ Beemster’ bestonden wel innige contacten. We zien verder dat de sterke Noord-Hollandse spelers wel naar ‘het zuiden’, Ridderkerk/Alblasserdam/Tilburg, afreisden, maar dat deze beweging omgekeerd zeer beperkt bleef.
Van de actieve beoefening in Groningen was waarschijnlijk niemand, los van een verloren verslag in een krant, op de hoogte. Door de vele toernooien en verslagen wordt duidelijk waar het spel wel/niet werd gespeeld. Zelfs uit de kleinste gehuchten kwamen, sterke, spelers. Hoe het spel daar zo diep kon wortelen is nog niet duidelijk/onderzocht.
1.9.a. Landelijke toernooien [22]
De eerste 7 officieuze damkampioenschappen kunnen gevoeglijk onder de noemer amusement, net als elk ander toernooi in de 19e eeuw, gebracht worden. In kort tot zeer kort tijdsbestek moest een groot aantal partijen gespeeld worden. In Tilburg1886 speelde elke deelnemer in de hoofdgroep op 1 dag 16 partijen voordat hij aan het diner en feestavond kon beginnen. Meestal was het kampioenschap een aangelegenheid van spelers uit de omgeving van Amsterdam en Rotterdam. Spelers uit de regio Schagen, Alkmaar, Hoogwoud en Amersfoort namen, voor zover bekend, niet deel[23]. Alleen tijdens het toernooi in Tilburg1886 namen dammers van buiten de Randstad deel. Voor het toernooi van 1893 in Rotterdam werden de Tilburgers wel uitgenodigd, maar de club vond de prijzen niet aantrekkelijk genoeg om deelname te rechtvaardigen. Ook Klaas de Heer was niet van de partij.
Het is nog onduidelijk hoe spelers van een landelijk toernooi op de hoogte werden gesteld. Advertenties stonden veelal in de plaatselijke bladen en zijn daarnaast in de Amsterdamse bladen een aantal advertenties gevonden maar in Rotterdam niet[24]. Het kan haast niet anders of de damspelers en damclubs kregen een persoonlijke uitnodiging.
In de advertentie van Tilburg1886 staat te lezen dat ‘prospectus op aanvraag wordt toegezonden’. Maar hoe stelde men de spelers buiten Tilburg en Amsterdam op de hoogte? Gezien de deelname uit ‘schier alle provincies van het land’ bestond er blijkbaar een goed werkend netwerk/organisatie.
De sterkste speler uit het tijdperk 1870/1886 was ongetwijfeld Klaas de Heer. Hij bewees dit door lokale en regionale toernooien te winnen en daarin A. Zomerdijk en E.J.B. van Vught achter zich te laten. Hoogtepunt van zijn dammers- loopbaan was zijn optreden in het wereldkampioenschap van Amiëns1886. Vreemd genoeg behaalde Klaas de Heer nooit de nationale titel. Arie Smit zette hem in 1879, weliswaar door middel van loting, de voet dwars en aan Tilburg1886 nam hij niet deel. Na 1886 lijkt hij het dambord aan de wilgen te hebben gehangen en treffen we hem vooral achter het schaakbord aan[25], kenmerkend hiervoor is dat hij een uitnodiging voor Rotterdam1893 afsloeg.
E.J.B. van Vught en A. Zomerdijk konden door de afwezigheid van Klaas de Heer enkele malen het officieuze kampioenschap van Nederland behalen. Zij kunnen worden gekarakteriseerd als ervaren solide spelers. Van Vught stond bekend om zijn eindspelkennis en A. Zomerdijk was een wedstrijdspeler pur sang, die de omstandigheden wel eens naar zijn hand wilde zetten.
Een speler die aan zeer vele toernooien deelnam was Jan Plaizier. Mogelijk was hij zelfs de eerste officieuze damkampioen van Nederland, maar van het toernooi in Ridderkerk1877 is geen eindstand overgeleverd. Een houten tafel met daarop een plaatje met de inscriptie ‘Ridderkerksch Damconcours 27 februari 1877[26]’ doet vermoeden dat hij hoog op de ranglijst eindigde en misschien wel de titel voor zich opeiste.
Opmerkelijk is het verschijnsel dat de grote toernooien werden afgelopen door complete spelers-families. Klaas de Heer en zijn halfbroers, de Amsterdamse ‘Vossen’ en de leden van de familieclans Smit en Lels uit het gebied van de Lek en de Noord streken als sprinkhanen neer op de wedstrijden.
[22] | Een groot deel van deze tekst is overgenomen uit 'Schatplichtig aan Caïssa' — 1992 — R.C.B. Jansen |
[23] | Al bestaat er twijfel over de deelname aan Tilburg1886: 'de deelnemers kwamen uit schier alle provincies' |
[24] | Al moet gezegd worden dat een korte aankondiging, zonder verdere gegevens, in een aantal dagbladen werd opgenomen. |
[25] | Maandblad ‘DAMMEN’ nr 7,8,9,10 en uitslagenlijsten van de toernooien in Middenbeemster 1885, 1889, 1892, 1895 |
[26] | Hoofdlijn – nr. 15, blz. 4 |
1.9.b. Regionale toernooien
Aanvankelijk[27] was aan het toernooi 1885 - Middenbeemster de status ‘Lokaal’ toegekend; het vinden van een advertentie waarin werd gesproken van een ‘Internationaal Schaak- en Damtoernooi, prijzengeld nlg 88,00’ deed het toernooi in elk geval opschuiven naar de status ‘Provinciaal/ Regionaal’. De meeste deelnemers kwamen uit de omgeving van Purmerend maar we zien ook deelname van Van Vught uit Amsterdam. De spelers uit Zuid-Holland lieten het toernooi echter bijna volledig links liggen, waardoor van een opschaling naar KVN geen sprake kan zijn.
Het aantal advertenties dat in andere damgebieden dan de speelplaats gevonden is, toont aan de organisator(en) ook daadwerkelijk ‘groots’ dachten en spelers uit andere damgebieden wilden trekken.
Als voorbeeld noem ik de toernooien in Hoogkarspel (1874, 1877) waarvan advertenties werden geplaatst in de Amsterdam(1877) en Purmerend (1874/1877). In Schagen en Alkmaar verschenen er echter geen advertenties. Ook in de dichtbij gelegen plaatsen Enkhuizen en Hoorn zwijgen de kranten in alle talen. De lokale spelers informeerde men blijkbaar, aanplakbiljetten?, op een andere wijze.
De regionale toernooien in Schagen 1891 en latere jaren waren een direct gevolg van de oproep die P.v. Graft, Hoogwoud in de ‘Zijper Courant’ van 30 november 1890 plaatste:
‘Nog schrijft de heer P. v. Graft dat hij gaarne met bovenvermelde en andere sterke Damspelers eens persoonlijk kennis zou maken en stelt tot dat einde een samenkomst te Schagen of elders voor, ten einde man tegen man de krachten te meten. Wij laten ‘t initiatief daarvoor gaarne aan anderen; misschien is er wel één onder Heeren café-houders genegen tot het uitschrijven van een Damwedstrijd.
Een paar maanden na deze oproep kwam het toernooi Schagen1891 tot stand, kort daarna gevolgd door een tweede toernooi in de lokaliteit van C. Zijdewind. Ook de wedstrijden in de jaren 1892, 1893, 1894 en 1895 werden in dezelfde lokaliteit verspeeld en vaak al maanden van tevoren aangekondigd. Dezelfde uitbater was ook nog betrokken bij het tot stand komen van de damclub in Schagen in 1906.
De toernooien in Alkmaar in de jaren 1890 zijn wat lastiger te plaatsen. Aan deze gecombineerde schaak-, biljart- en damtoernooien namen meestal zo’n 10 dammers deel die uit Alkmaar maar ook uit de Beemster en de Schermer afkomstig waren. Spelers uit Hoogkarspel en Schagen en omgeving lieten deze toernooien waarschijnlijk links liggen.
In het jaar 1841 zien we een hausse aan toernooien in Noord-Holland. In Groningen piekt men in 1844, 1853/54, 1860/65. Spelers uit soms wel 11 verschillende dorpen geven dan acte de présence.
Omdat uit de uitslagen in Groningen blijkt dat spelers uit omliggende plaatsen, gemeenten afkomstig zijn, zijn deze toernooien als ‘regionaal’ bestempeld. Door de advertenties in de provinciale krant te plaatsen, was er garantie van een groter bereik. Bij uitblijven van een uitslag wordt de wedstrijd weer als ‘lokaal’ aangeduid.
[27] | 'Schatplichtig aan Caïssa' — 1992 — R.C.B. Jansen |
1.9.c. Lokale toernooien
Vooral in Tilburg en op het eiland Texel zijn een groot aantal lokale toernooien gespeeld. In Tilburg lijken de N.K. Harmonie en de Zouaven Broederschap er een sport van te hebben gemaakt om de dammers, kaartspelers, biljarters en dominospelers aan zich te binden. Op Texel ging het er echter serieus aan toe en nam bijvoorbeeld C.H. Broekkamp aan een toernooi deel.
Van een aantal lokale toernooien is alleen de uitslag en niet de advertentie gevonden, niet onlogisch omdat het toernooi alleen bedoeld was voor spelers die men een andere wijze, bijvoorbeeld via aanplakbiljetten, kon benaderen. Al met al is het aantal lokale toernooien buiten Friesland aan de lage kant. Een volledig overzicht zal nooit tot stand komen omdat de uitslag in de periode 1800/1870 niet of nauwelijks naar een lokale krant kon worden opgestuurd.
Als voorbeeld van een lokaaltoernooi waarvan we wel het bestaan weten maar geen advertentie of uitslag gevonden is, noem ik het toernooi dat in Amsterdam rond 1895 werd verspeeld en waarin Jack de Haas als overwinnaar uit het strijdperk trad. De aandacht van De Haas was via een aanplakbiljet, op een raam van een café, getrokken[28]. Op deze wijze zijn er ongetwijfeld nog vele toernooien georganiseerd.
[28] | KNDB '75 jaar' — 1986 — KNDB, blz. 194 |
1.10 - Het overzicht; de advertenties en verslagen
Van elk toernooi zijn een aantal basisgegevens opgenomen, zoals bronnenmateriaal, indicatie of het een landelijk-, provinciaal/regionaal-, of lokaaltoernooi betreft. Onder ‘Type’ staat info over de aard van de wedstrijd (alleen dammen of gecombineerd met schaken/domino etc.) Daarnaast geeft ‘Regio’ informatie over de plaatsen/regio’s waar de spelers vandaan kwamen. Vervolgens alle bronnen; teksten; eventueel een afbeelding uit een nieuwsblad[29] en hier en daar aanvullende opmerkingen mijnerzijds. Verwijzingen naar andere wedstrijden vindt plaats door het noemen van: plaats/jaar/maand.
Wedstrijden tussen verenigingen en onderlinge competities vallen in principe buiten het aandachtsgebied van dit overzicht.
[29] | De meeste afbeelding uit de Prov. Groninger Courant zijn van mindere kwaliteit: kopie van een afdruk van een microfiche. Eventueel zelfs een foto van de microfiche-reader |
Nr | Plaats | Prov | Type | Uitslag | |||
1 | 19 | 8 | 1798 | Akersloot | Nh | LOW | geen uitslag |
2 | 11 | 8 | 1799 | Purmerend | Nh | LOW | geen uitslag |
3 | 0 | 0 | 1820 | Breda | Br | LOW | Provost |
4 | 0 | 1 | 1820 | Winschoten | Gr | RPW | Praag, I. van |
5 | 20 | 3 | 1831 | Winsum | Gr | LOW | geen uitslag |
6 | 23 | 7 | 1835 | Alkmaar | Nh | RPW | Heer, A. de |
7 | 18 | 8 | 1836 | Alkmaar | Nh | RPW | Heer, A. de |
8 | 28 | 10 | 1836 | Avenhorn | Nh | RPW | geen uitslag |
9 | 12 | 10 | 1837 | Alkmaar | Nh | RPW | Kalis, J. |
10 | 2 | 2 | 1838 | Farmsum | Gr | LOW | geen uitslag |
11 | 13 | 9 | 1838 | Alkmaar | Nh | RPW | geen uitslag |
12 | 27 | 6 | 1839 | Alkmaar | Nh | RPW | Blokdijk, A. |
13 | 7 | 10 | 1839 | Hoorn | Nh | RPW | geen uitslag |
14 | 17 | 1 | 1840 | Farmsum | Gr | RPW | Oosterhuis, E.T. |
15 | 17 | 12 | 1840 | Farmsum | Gr | LOW | geen uitslag |
16 | 23 | 12 | 1840 | Stedum | Gr | LOW | geen uitslag |
17 | 4 | 2 | 1841 | Enkhuizen | Nh | RPW | Heer, C. de |
18 | 4 | 3 | 1841 | Hoorn | Nh | RPW | Singer, C. |
19 | 20 | 3 | 1841 | Winsum | Gr | LOW | geen uitslag |
20 | 16 | 6 | 1841 | Rustenburg | Nh | RPW | geen uitslag |
21 | 2 | 9 | 1841 | Bovenkarspel | Nh | RPW | geen uitslag |
22 | 21 | 9 | 1841 | Medemblik | Nh | RPW | geen uitslag |
23 | 30 | 9 | 1841 | Hoorn | Nh | RPW | geen uitslag |
24 | 29 | 12 | 1841 | Hoorn | Nh | RPW | geen uitslag |
25 | 20 | 10 | 1842 | Bovenkarspel | Nh | RPW | geen uitslag |
26 | 11 | 2 | 1843 | Winsum | Gr | LOW | geen uitslag |
27 | 17 | 3 | 1843 | Termunterzijl | Gr | RPW | Waalkens, N.H. |
28 | 7 | 4 | 1843 | t Zand | Gr | LOW | geen uitslag |
29 | 2 | 2 | 1844 | Farmsum | Gr | RPW | Bonthuis, D. |
30 | 3 | 2 | 1844 | t Zandt | Gr | LOW | geen uitslag |
31 | 7 | 2 | 1844 | t Zandt | Gr | RPW | Kruizenga, T.F. |
32 | 19 | 2 | 1844 | Finsterwold | Gr | RPW | Roelofs, R.J. |
33 | 2 | 3 | 1844 | Baflo | Gr | RPW | Kruizenga, T.F. |
34 | 13 | 3 | 1844 | Termunten | Gr | RPW | Delden, J. van |
35 | 15 | 3 | 1844 | Nieuwkerk | Gr | LOW | geen uitslag |
36 | 27 | 3 | 1844 | Borgsweer | Gr | LOW | geen uitslag |
37 | 28 | 3 | 1844 | Farmsum | Gr | LOW | geen uitslag |
38 | 23 | 4 | 1844 | Amsterdam | Nh | LOW | geen uitslag |
39 | 17 | 9 | 1844 | Amsterdam | Nh | LOW | geen uitslag |
40 | 6 | 2 | 1845 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
41 | 5 | 3 | 1845 | Zijldijk | Gr | LOW | geen uitslag |
42 | 24 | 3 | 1845 | t Zandt | Gr | LOW | geen uitslag |
43 | 26 | 12 | 1845 | t Zandt | Gr | LOW | geen uitslag |
44 | 9 | 1 | 1846 | Pieterburen | Gr | LOW | geen uitslag |
45 | 16 | 1 | 1846 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
46 | 18 | 1 | 1846 | Kloosterburen | Gr | LOW | geen uitslag |
47 | 28 | 1 | 1847 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
48 | 22 | 2 | 1848 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
49 | 23 | 11 | 1852 | Middelstum | Gr | LOW | geen uitslag |
50 | 27 | 1 | 1853 | Oostwolder-Polder | Gr | RPW | Dijkhuis, W.G. |
51 | 21 | 2 | 1853 | Farmsum | Gr | RPW | Jansen, J.F. |
52 | 26 | 2 | 1853 | Onderdendam | Gr | LOW | geen uitslag |
53 | 17 | 3 | 1853 | Termunterzijl | Gr | RPW | Jansen, J. |
54 | 22 | 3 | 1853 | Middelstum | Gr | RPW | Esman, B.G. |
55 | 26 | 3 | 1853 | Onderdendam | Gr | RPW | Kruizenga, T.F. |
56 | 29 | 12 | 1853 | Westerwijtwerd | Gr | RPW | Huisman, R. |
57 | 12 | 1 | 1854 | Noordlaren | Dr | RPW | Zondag, H. |
58 | 18 | 1 | 1854 | Onderdendam | Gr | RPW | Esman, B. |
59 | 20 | 1 | 1854 | Stedum | Gr | RPW | Dethmers, K. |
60 | 22 | 1 | 1854 | Usquert | Gr | RPW | Oosterhuis, E.T. |
61 | 10 | 2 | 1854 | Farmsum | Gr | RPW | Huisman, J.D. |
62 | 16 | 2 | 1854 | Den Andel | Gr | LOW | geen uitslag |
63 | 0 | 2 | 1854 | Baflo | Gr | RPW | Martens, M.J. |
64 | 14 | 3 | 1854 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
65 | 17 | 3 | 1854 | Middelstum | Gr | RPW | Oosterhuis, E.T. |
66 | 1 | 2 | 1855 | Den Andel | Gr | LOW | geen uitslag |
67 | 7 | 2 | 1857 | Oostwolder-Zijlhuis | Gr | LOW | geen uitslag |
68 | 0 | 0 | 1858 | Spijk | Gr | RPW | Groenewold, J. |
69 | 15 | 3 | 1858 | Appingedam | Gr | RPW | Huisman, J. |
70 | 15 | 8 | 1858 | Alkmaar | Nh | LOW | geen uitslag |
71 | 22 | 12 | 1858 | Spijk | Gr | RPW | Keijer, J. |
72 | 5 | 2 | 1859 | Baflo | Gr | LOW | geen uitslag |
73 | 24 | 2 | 1859 | Wehe | Gr | LOW | geen uitslag |
74 | 21 | 12 | 1859 | Spijk | Gr | RPW | Kuiper, T.E. |
75 | 27 | 12 | 1859 | Garrelsweer | Gr | RPW | Huisman, J. |
76 | 0 | 0 | 1860 | Bierum | Gr | LOW | geen uitslag |
77 | 6 | 1 | 1860 | Loppersum | Gr | RPW | Jansen, J.F. |
78 | 10 | 1 | 1860 | Winsum | Gr | RPW | Bruins, B. |
79 | 13 | 1 | 1860 | Spijk | Gr | RPW | Bruins, B. |
80 | 18 | 1 | 1860 | Wehe | Gr | RPW | Bruins, B. |
81 | 14 | 2 | 1860 | Baflo | Gr | RPW | Kampen, J. v. |
82 | 24 | 2 | 1860 | Leens | Gr | RPW | Bruins, Br. |
83 | 27 | 2 | 1860 | Garrelsweer | Gr | RPW | Hoving, K. |
84 | 22 | 12 | 1860 | Winsum | Gr | LOW | geen uitslag |
85 | 30 | 1 | 1861 | Baflo | Gr | RPW | Bruins, Br. |
86 | 25 | 2 | 1861 | Uithuizen | Gr | LOW | geen uitslag |
87 | 8 | 3 | 1861 | Spijk | Gr | LOW | geen uitslag |
88 | 29 | 12 | 1861 | Garrelsweer | Gr | LOW | geen uitslag |
89 | 0 | 0 | 1862 | Appingedam | Gr | LOW | geen uitslag |
90 | 6 | 1 | 1862 | Bierum | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
91 | 4 | 2 | 1862 | Uithuizen | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
92 | 18 | 2 | 1862 | Garmenswolde | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
93 | 5 | 3 | 1862 | Baflo | Gr | RPW | Bruins, Br. |
94 | 26 | 12 | 1862 | Spijk | Gr | LOW | geen uitslag |
95 | 0 | 0 | 1863 | Borgsweer | Gr | LOW | geen uitslag |
96 | 0 | 0 | 1863 | Niekerk | Gr | LOW | geen uitslag |
97 | 9 | 1 | 1863 | Eppenhuizen | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
98 | 24 | 1 | 1863 | Groningen | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
99 | 31 | 1 | 1863 | Kantens | Gr | RPW | Hulsewe, G. |
100 | 5 | 2 | 1863 | ´t Zandt | Gr | RPW | Boer, Jan |
101 | 20 | 2 | 1863 | Spijk | Gr | RPW | Tuin, J. van der |
102 | 24 | 2 | 1863 | Uithuizen | Gr | RPW | Boukema, H.K. |
103 | 11 | 3 | 1863 | Garrelsweer | Gr | RPW | Molen, J. van der |
104 | 4 | 1 | 1864 | Uithuizen | Gr | RPW | Voorvaart, H. |
105 | 20 | 1 | 1864 | ´t Zandt | Gr | RPW | Martens, W.M. |
106 | 27 | 1 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
107 | 3 | 2 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
108 | 4 | 2 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
109 | 10 | 2 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
110 | 25 | 2 | 1864 | Appingedam | Gr | RPW | Bruins, W. |
111 | 27 | 2 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
112 | 17 | 12 | 1864 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
113 | 22 | 12 | 1864 | Hoogezand | Gr | LOW | geen uitslag |
114 | 0 | 0 | 1865 | Uithuizermeeden | Gr | LOW | geen uitslag |
115 | 7 | 1 | 1865 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
116 | 11 | 1 | 1865 | Groningen | Gr | RPW | Luikenga, H. |
117 | 16 | 1 | 1865 | Nieuwolda | Gr | RPW | Huisman, J. |
118 | 10 | 2 | 1865 | Woldendorp | Gr | RPW | Dijkhuis, J. |
119 | 1 | 12 | 1865 | Borgsweer | Gr | RPW | Toxopeus, E. |
120 | 6 | 12 | 1865 | Groningen | Gr | RPW | Alting, A. |
121 | 2 | 3 | 1866 | Uithuizermeeden | Gr | LOW | geen uitslag |
122 | 14 | 12 | 1866 | Borgsweer | Gr | RPW | Huisman, J. |
123 | 30 | 1 | 1868 | Borgsweer | Gr | RPW | Toxopeus, A. Jr. |
124 | 19 | 2 | 1870 | Purmerend | Nh | RPW | geen uitslag |
125 | 4 | 3 | 1872 | Farmsum | Gr | LOW | geen uitslag |
126 | 18 | 1 | 1873 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
127 | 25 | 9 | 1874 | Hoogkarspel | Nh | LOW | geen uitslag |
128 | 9 | 3 | 1876 | Adorp | Gr | LOW | geen uitslag |
129 | 9 | 11 | 1876 | Alblasserdam | Zh | RPW | Baudet, H.H. |
130 | 25 | 1 | 1877 | Noordwolde | Gr | LOW | geen uitslag |
131 | 1 | 2 | 1877 | Adorp | Gr | LOW | geen uitslag |
132 | 27 | 2 | 1877 | Ridderkerk | Zh | KVN | Plaizier Az., J. (?) |
133 | 1 | 6 | 1877 | Gouda | Zh | RPW | Vught, E.J.B. van |
134 | 20 | 9 | 1877 | Purmerend | Nh | RPW | Heer Az., K. de |
135 | 21 | 11 | 1877 | Alblasserdam | Zh | KVN | Zomerdijk, A. |
136 | 20 | 3 | 1878 | Ridderkerk | Zh | KVN | Vught, E.J.B. van |
137 | 21 | 3 | 1878 | Hoogkarspel | Nh | RPW | Heer Az., K. de |
138 | 24 | 4 | 1878 | Wieringerwaard | Nh | RPW | Heer Az., K. de |
139 | div | 3 | 1879 | Rotterdam | Zh | LOW | Dijk, T.A. van |
140 | 12 | 3 | 1879 | Ridderkerk | Zh | KVN | Smit, A. |
141 | 18 | 12 | 1880 | Pieterzijl | Gr | LOW | geen uitslag |
142 | 8 | 2 | 1881 | Schagen | Nh | LOW | Stammes, J. |
143 | 15 | 9 | 1881 | Midden Beemster | Nh | RPW | Heer Az., K. de |
144 | 1 | 2 | 1882 | Noordlaren | Dr | LOW | Zondag, J. |
145 | 10 | 2 | 1882 | Zuidlaren | Dr | LOW | Wijnberg, I, |
146 | 11 | 2 | 1882 | Haren | Gr | LOW | geen uitslag |
147 | 13 | 2 | 1882 | Zelhem | Gl | LOW | Buursink, G. |
148 | div | 2 | 1882 | Rotterdam | Zh | LOW | Dr., M. van |
149 | 29 | 1 | 1883 | Zelhem | Gl | LOW | Venderbosch, E.W. |
150 | 11 | 12 | 1883 | Tilburg | Br | LOW | Kuijsters, G. |
151 | 0 | 0 | 1884 | Groninger Punt | Gr | LOW | geen uitslag |
152 | 9 | 1 | 1884 | Hoogwoud | Nh | LOW | Deuren, J. van de |
153 | 26 | 2 | 1884 | ’t Zand | Nh | LOW | Kater, D. |
154 | 15 | 12 | 1884 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
155 | 27 | 12 | 1884 | Zelhem | Gl | LOW | Voorhorst, J.J.W. |
156 | 3 | 1 | 1885 | Schagen | Nh | LOW | geen uitslag |
157 | 4 | 1 | 1885 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
158 | 21 | 1 | 1885 | Alkmaar | Nh | RPW | Heer Az., K. de |
159 | 14 | 2 | 1885 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
160 | 26 | 2 | 1885 | Midden Beemster | Nh | RPW | Heer Kz., A. de |
161 | 27 | 3 | 1885 | Nieuwolda | Gr | LOW | geen uitslag |
162 | 21 | 12 | 1885 | Tilburg | Br | LOW | Frenkel, L. |
163 | 2 | 1 | 1886 | Zelhem | Gl | LOW | Venderbosch, G.W. |
164 | ? | 1 | 1886 | Tilburg | Br | LOW | Feijen, R. |
165 | 28 | 2 | 1886 | Tilburg | Br | KVN | Zomerdijk, A. |
166 | 1 | 3 | 1886 | Zaandam | Nh | LOW | geen uitslag |
167 | 13 | 12 | 1886 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
168 | div | 12 | 1886 | Rotterdam | Zh | LOW | Doeleman, M.J. |
169 | 13 | 1 | 1887 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | geen uitslag |
170 | 16 | 1 | 1887 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
171 | ? | 1 | 1887 | Hoogwoud | Nh | LOW | Graft, P. van |
172 | 10 | 2 | 1887 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Witte, J. |
173 | 13 | 12 | 1887 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
174 | 30 | 12 | 1887 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Maas, H.W. |
175 | 15 | 1 | 1888 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
176 | 17 | 1 | 1888 | Waal (Tx) | Nh | LOW | Koning, C.W. |
177 | 2 | 2 | 1888 | Zuid-Eijerland (Tx) | Nh | LOW | Bakelaar, A. |
178 | 9 | 2 | 1888 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | Witte, J. |
179 | 12 | 2 | 1888 | Koog (Tx) | Nh | LOW | Hoopman, Jb. |
180 | 18 | 2 | 1888 | Bellingwolde | Gr | LOW | Onclin Marechal, L. |
181 | 19 | 2 | 1888 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
182 | 25 | 2 | 1888 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Koning, P.W. |
183 | 2 | 4 | 1888 | Koog (Tx) | Nh | LOW | Maas, C.W. |
184 | 30 | 4 | 1888 | Tilburg | Br | LOW | Heeswijk, A.J.van |
185 | 23 | 11 | 1888 | Waal en Burg (Tx) | Nh | LOW | Bakker, J. Jacobszoon |
186 | 27 | 11 | 1888 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | geen doorgang |
187 | 20 | 12 | 1888 | Waal en Burg (Tx) | Nh | LOW | Bakker, C. |
188 | 8 | 1 | 1889 | Waal (Tx) | Nh | LOW | Koning, C.W. |
189 | 9 | 1 | 1889 | Lambertschaag | Nh | LOW | Zijp, A. |
190 | 13 | 1 | 1889 | Tilburg | Br | LOW | Mandos-Vinken, H.M.C. |
191 | 26 | 1 | 1889 | Stadskanaal | Gr | LOW | Meesters, W. |
192 | 11 | 2 | 1889 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Koning, C.W. |
193 | 19 | 2 | 1889 | Sint Maarten | Nh | LOW | Wit,D; Peetoom, C.; Peetoom, J. |
194 | 0 | 2 | 1889 | Scheemda | Gr | RPW | Looienga, K. |
195 | 2 | 3 | 1889 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | Maas, H. |
196 | 10 | 3 | 1889 | Musselkanaal | Gr | LOW | Bos, T. |
197 | 25 | 3 | 1889 | Midden Beemster | Nh | RPW | Heer Az., C. de |
198 | 12 | 1 | 1890 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
199 | 8 | 2 | 1890 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
200 | 23 | 2 | 1890 | Ezinge | Gr | LOW | Benninga, F. mej. |
201 | 13 | 3 | 1890 | Winschoten | Gr | LOW | geen uitslag |
202 | 24 | 12 | 1890 | Rotterdam | Zh | LOW | geen uitslag |
203 | 13 | 1 | 1891 | Schagen | Nh | RPW | Vijn, W. |
204 | ? | 1 | 1891 | Wheere | Nh | LOW | Vijn, W. |
205 | 24 | 2 | 1891 | Schagen | Nh | RPW | Groenteman, J. |
206 | 0 | 3 | 1891 | Ezinge | Gr | LOW | Benninga, S. |
207 | 14 | 12 | 1891 | Alkmaar | Nh | RPW | Boer, F. de |
208 | 10 | 2 | 1892 | Noord-Schermer | Nh | LOW | Dekker, K. |
209 | 12 | 2 | 1892 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | Koning, C.W. |
210 | 15 | 2 | 1892 | Gouwe | Nh | LOW | Vijn, W. |
211 | 16 | 2 | 1892 | Schagen | Nh | RPW | Jimmink, H. |
212 | 3 | 3 | 1892 | Midden Beemster | Nh | RPW | Zomerdijk, A. |
213 | 0 | 3 | 1892 | Ezinge | Gr | LOW | Benninga, S. |
214 | 10 | 12 | 1892 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
215 | 12 | 12 | 1892 | Alkmaar | Nh | RPW | Heer, J. de |
216 | 0 | 12 | 1892 | Drieborg | Gr | LOW | geen uitslag |
217 | 25 | 1 | 1893 | Waal (Tx) | Nh | LOW | Bakker, J. |
218 | 2 | 2 | 1893 | Waal en Burg (Tx) | Nh | LOW | Koning, C. |
219 | 3 | 2 | 1893 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Bakker, J.J[acobszoon] |
220 | 9 | 2 | 1893 | Den Burg (Tx) | Nh | RPW | Bakker, J.B. |
221 | 5 | 3 | 1893 | Schagen | Nh | RPW | Vijn, W. |
222 | 26 | 3 | 1893 | Ezinge | Gr | LOW | Benninga, S. |
223 | 3 | 4 | 1893 | Groningen | Gr | LOW | geen uitslag |
224 | 28 | 10 | 1893 | Rotterdam | Zh | KVN | Vught, E.J.B. van |
225 | 18 | 12 | 1893 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Koning, K. |
226 | 0 | 12 | 1893 | Drieborg | Gr | LOW | geen uitslag |
227 | 5 | 1 | 1894 | Spanbroek | Nh | LOW | geen uitslag |
228 | 15 | 1 | 1894 | Alkmaar | Nh | RPW | Noomen, Jb. |
229 | 25 | 1 | 1894 | Den Burg (Tx) | Nh | LOW | Koning, C. |
230 | 16 | 2 | 1894 | Oosterend (Tx) | Nh | LOW | Koning, J. Sr. |
231 | 20 | 2 | 1894 | Schagen | Nh | RPW | Hoogschagen, G. |
232 | 14 | 5 | 1894 | Amsterdam | Nh | LOW | Meijer, J. |
233 | 13 | 10 | 1894 | Rotterdam | Zh | KVN | Vught, E.J.B. van |
234 | 8 | 12 | 1894 | Helpman | Gr | RPW | Hemmes, H. |
235 | 13 | 12 | 1894 | Drieborg | Gr | RPW | Havinga, J. |
236 | 10 | 12 | 1894 | Alkmaar | Nh | RPW | geen uitslag |
237 | 12 | 1 | 1895 | Helpman | Gr | LOW | geen uitslag |
238 | 30 | 1 | 1895 | Haren | Gr | LOW | geen uitslag |
239 | 7 | 2 | 1895 | Lisserbroek | Nh | LOW | geen uitslag |
240 | 8 | 2 | 1895 | Midden Beemster | Nh | RPW | Zomerdijk, A. |
241 | 7 | 3 | 1895 | Haren | Gr | RPW | Hemmes, H. Jzn. |
242 | 15 | 3 | 1895 | Schagen | Nh | LOW | geen uitslag |
243 | 9 | 11 | 1895 | Nieuw Buinen | Dr | LOW | geen uitslag |
244 | 6 | 4 | 1896 | Vlachtwedde | Gr | LOW | geen uitslag |
245 | 16 | 8 | 1896 | Vught | Li | LOW | geen uitslag |
246 | 25 | 11 | 1896 | Alkmaar | Nh | AMW | Hoogedoorn, A.H. |
247 | 26 | 12 | 1896 | Winschoten | Gr | LOW | geen uitslag |
248 | 0 | 12 | 1896 | Tilburg | Br | LOW | geen uitslag |
249 | 12 | 2 | 1897 | Gouw | Nh | LOW | Vijn, W. |
250 | 4 | 10 | 1897 | Beerta | Gr | LOW | geen uitslag |
251 | 30 | 10 | 1897 | Beerta | Gr | LOW | geen uitslag |
252 | 13 | 11 | 1897 | Winschoten | Gr | LOW | geen uitslag |
253 | 14 | 11 | 1897 | Winschoten | Gr | LOW | geen uitslag |
254 | 28 | 12 | 1897 | Hoorn | Nh | LOW | geen uitslag |
255 | 16 | 2 | 1898 | Gouw | Nh | LOW | geen uitslag |
256 | 26 | 9 | 1898 | Winschoten | Gr | LOW | Buiskool, Gez. |
257 | 20 | 1 | 1899 | Spanbroek | Nh | LOW | geen uitslag |
258 | 10 | 2 | 1899 | Scheemda | Gr | LOW | Dallinga Jr., S. |
259 | 13 | 2 | 1899 | Gouw | Nh | LOW | geen uitslag |
260 | 24 | 11 | 1899 | Spanbroek | Nh | LOW | geen uitslag |
261 | 0 | 0 | 189? | Amsterdam | Nh | LOW | Haas, J.B. de |
Het laatste toernooi is alleen bekend door het artikel in Het Damspel, 1906, blz. 51/52. We twijfelen over de juistheid van deze berichtgeving:
In HD 1906 valt verder te lezen dat: Klaas de Heer behaalde in den damwedstrijd, gehouden te Purmerend in 1870 en te Ridderkerk in 1879 den 1sten prijs. Als een bewijs, welk een verbazend sterke damspeler hij geweest is, gelde, dat de heer K. de Heer in de damwedstrijden, gehouden te Hoogkarspel, Wieringerwaard, Beemster en Alblasserdam eveneens 1ste prijzen heeft behaald.
Een toernooi in Alblasserdam met als winnaar Klaas de Heer is niet overgeleverd. In Ridderkerk werd hij na loting verwezen naar de tweede plaats.
Een toernooi in Amersfoort komt ter sprake in Dam Eldorado, 1982 nr. 6, blz 186, winnaar A. de Heer (bron: Revue du jeu de Dames 1893 – bron J. Simonota). Van dit toernooi bestaat gerede twijfel omtrent de juistheid van de berichtgeving.
In de onderstaande tabel wordt het verschil in wedstrijden in beeld gebracht tussen Brabant; Groningen, Noord-Holland, Zuid-Holland, Drenthe, Gelderland, Limburg en Friesland:
Periode | totaal | totaal | |||||||||||||||||
br | gr | nh | zh | dr | gl | li | Overig | friesland | |||||||||||
<1799 | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 | ||||||||||
1800/1804 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||||||
1805/1809 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | ||||||||||
1810/1814 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | ||||||||||
1815/1819 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | ||||||||||
1820/1824 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 16 | ||||||||||
1825/1829 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17 | ||||||||||
1830/1834 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 4 | ||||||||||
1835/1839 | 0 | 1 | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 | 15 | ||||||||||
1840/1844 | 0 | 16 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 26 | 15 | ||||||||||
1845/1849 | 0 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9 | 1 | ||||||||||
1850/1854 | 0 | 16 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 17 | 10 | ||||||||||
1855/1859 | 0 | 9 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 47 | ||||||||||
1860/1864 | 0 | 38 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 38 | 53 | ||||||||||
1865/1869 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 40 | ||||||||||
1870/1874 | 0 | 2 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | 25 | ||||||||||
1875/1879 | 0 | 3 | 3 | 7 | 0 | 0 | 0 | 13 | 24 | ||||||||||
1880/1884 | 2 | 3 | 4 | 1 | 2 | 3 | 0 | 15 | 20 | ||||||||||
1885/1889 | 12 | 5 | 23 | 1 | 0 | 1 | 0 | 42 | 29 | ||||||||||
1890/1894 | 3 | 10 | 23 | 3 | 0 | 0 | 0 | 39 | 10 | ||||||||||
1895/1899 | 1 | 11 | 11 | 0 | 1 | 0 | 1 | 25 | 5 | ||||||||||
Totalen | 19 | 135 | 86 | 12 | 4 | 4 | 1 | 261 | 337 |