ZESDE HOOFDSTUK [8]
Over vijf dammen tegen twee dammen, benevens twee proeven deswege, waarvan de aanwijzingen in het tiende Hoofdstuk te vinden zijn. »67
[8] In dit hoofdstuk de inleiding, de cijferstanden en toelichting op de stand.
Wat het spel betreft, waarin op het laatst met vijf dammen tegen twee dammen gespeeld wordt, zoo is de volstrekte winst van hetzelve genoegzaam bij allen, die eenige ervaring van het spel hebben, eene bekende zaak, namelijk, wanneer hij, die met de vijf dammen speelt, meester van de middellijn van 1 tot 50 is. Men heeft alsdan de keuze, om het spel op verscheidene wijzen te kunnen winnen. Immers, zoo men[blz.67] slechts van de menigvuldige gelegenheden gebruik maat, om een der twee dammen van de partij, die het spel verdedigt, op te sluiten, dan kan men, door middel van eenen dam tegen eenen dam af te geven, en die over en weder te doen slaan, vier dammen tegen eenen dam overhouden, in welk geval ik het overbodig acht, de winst van zulk een spel, aan den zwakken speler, bekend, aan te wijzen.
13. (1. proeve) |
Nogtans, wanner hij, die met de twee dammen zich verdedigt, de twee lijnen van 5 tot 41 en van 10 tot 46 heeft weten te bekomen, en beide zijne dammen, de een op 5 en de ander op 46, geplaatst heeft, dan zou het misschien gebeuren kunnen, dat er eenige liefhebbers van vroegere oefening in het damspel gevonden werden, die met de vijf dammen spelende en daarbij de middellijn hebbende, het spel niet gemakkelijk zouden weten te winnen, dewijl zulks bepaaldelijk slechts van eenerlei positie hunner vijf dammen afhangt. Gevalt het de zoodaningen te onderzoeken, of zij die positie ontdekken kunnen, het kan hen, daarin slagende, misschien te meer genoegen geven, en gebeurt hen dit niet, zoo kunnen zij, om geen vruchtelooze moeite daartoe besteed te hebben, zulks in de aanwijzingen der eerste proeve van het tiende hoofdstuk ter neder gesteld vinden. |
14. (2. proeve) |
Doch wanneer hij, die met de twee dammen speelt, zich op de twee ruiten der middellijn, No. 1 en 50, bevindt, zoo is het voorheen altoos voor beslist gehouden, dat zulk een spel, met alle goed beleid verdedigt wordende, niet anders als remise ware, en door hem, die met de vijf dammen speelt, nimmer kon ge-[blz.68]wonnen worden. Wat men ook aangewend heeft, om eene positie te vinden, waardoor hij, die met de twee dammen speelt, volstrekt gedwongen wordt, het spel te moeten verliezen, zoo is zulks, voor zoo ver mij bewust is, vruchteloos geweest. Evenwel is het mij gelukt, het spoor daartoe gebaand, en eene positie gevonden te hebben, waardoor het spel aan de zijde der vijf dammen noodwendig gewonnen wordt. Voor hen, die dit bij overlevering nog niet vernomen hebben, kan het iets aangenaams Zijn, hunnen kracht van vinding daaraan te toetsen, en ter ontdekking van die positie bezig te houden. Is hunne ijver daartoe min, zij kunnen zulks in de tweede proeve van het tiende Hoofdstuk aangewezen vinden. |